André en Simon leren elkaar kennen in Vaartbroek, een Eindhovense buurt waar ze allebei opgroeien. Ze gaan naar dezelfde school, zitten in hetzelfde voetbalteam van Nieuw Woensel, de mooiste voetbalclub van Eindhoven. Ze komen weinig bij elkaar over de vloer. Simon schaamt zich voor de dagelijkse schreeuwpartijen van zijn ouders. André heeft compassie met Simon vanwege diens roerige thuissituatie. Simon kijkt op tegen André die uit een gezin komt waar, in contrast met zijn habitat, beschaving common sense is. André die als één van de weinige vrienden thuis komt bij Simon en zelfs, tot grote ergernis en jaloezie van Simon, geanimeerde gesprekken voert met zijn tirannieke vader. De bewondering voor André’s gave om ‘om na te kunnen denken’ en zijn positieve levensinstelling wonnen het van de jaloezie. Het zal op een kerstdag ergens in de jaren ‘90 zijn geweest, dat André Simon uitnodigt om bij hem thuis te komen dineren. ‘Maak je geen zorgen Siem....