Ik heb nog een fijne kapper. Hans is een vriendelijke man die de zaak van zijn vader over heeft genomen. Small talk hoeft niet voor hem. Maar het mag wel. Hij voegt zich feilloos in de sfeer die een klant met zich meebrengt.
Om er representatief uit te zien voor een sollicitatiegesprek kwam ik onlangs eerder dan normaal gesproken. Via Spotify wordt muziek de werkruimte in gestreamd. Hotel California wordt met groot gemak afgewisseld met hardbob jazz. Ik heb hem wel eens gevraagd of hij RSI of spataderen heeft. Die heeft hij niet. Maar wel iets anders dat me bijna uit zijn stoel deed vallen.
‘Had je de sticker gezien “geknipt voor ASML”’ ? Ja, nu zag ik ‘m op zijn spiegel zitten. Nou. Hans knapt ook de ingenieurs van ASML en de TU Eindhoven op. En die kwamen in zijn zaak op een idee.
Een volautomatische haar knipmachine. Achter in de zaak, verborgen door een kamerscherm staat een prototype. Of ik 'm eens wilde zien. En dat wilde ik natuurlijk wel.
Ik was om kwart voor zes binnen gekomen en zou zijn laatste klant zijn. In het plafond hoorde ik zijn vrouw al heen en weer stommelen en via de trapopgang hoorde ik borden en bestek gerangschikt worden. ‘Het is echt een heel apart ding. Geavanceerd. Na de zelf rijdende auto wordt dit de uitvinding van de eeuw. Er zitten twee patenten van mezelf in. En de jongens hebben er al elf.’ Hans klonk opgewonden.
Ik werd natuurlijk met de minuut nieuwsgieriger. Tijdens het insmeren van mijn nekharen (koude gel!) hoorde ik zijn buik rommelen. Ik rekende eerst af. Hans stond al bij het kamerscherm achter in de zaak.
‘Dit is m dan. Een proto type robo kapper. We zoeken nog een passende naam... Als je iets te binnen schiet…’ Er kwam iemand de trap af. Zijn vrouw. Klein. Een beetje mollig. Asymmetrisch kapsel. Licht geërgerd. ‘Wij gaan zo eten Hans’, zei ze tegen mij. Haar blik drong tot ergens diep in mijn jeugd door.
Hans was onverstoorbaar. ‘Ik laat de opname even zien.’ Resoluut draaide ze zich om en mompelde iets. Hans had zijn iPad intussen gepakt en ging mij een demonstratie laten zien van zijn volautomatische haarknip machine. ‘Je moet vooruit denken Wim,’ zei hij. ‘Het is eten of gegeten worden. Binnenkort hoef je geen afspraak met mij meer te maken. Je download de K@pp, (hij pauzeerde even om te zien of ik 'm begreep en ik stak mijn duim omhoog) je logt in om te zien wanneer de machine beschikbaar is. 24/7. En hij onthoudt jouw profiel, je knipgeschiedenis en waarschuwt je als het weer tijd is voor je knipbeurt.’
‘Maar is dit allemaal niet een beetje gevaarlijk? Die schaartjes, mesjes hoe werkt het eigenlijk’, wilde ik weten. Hij lachte op een trotse ietwat verlegen manier.
‘Deze kap hier zit vol sensoren, ventilators, sproeiertjes, grijpers, hydrauliek en lasers. Er komen geen mesjes of scharen aan te pas. Via Bluetooth log je in en je laadt een van jouw foto's. De machine doet de rest. Apple beoordeelt over twee weken de eerste app versie van 'K@pp'. Het is dus niet de vraag óf het gaat lukken maar wanneer. Hier kijk maar.’
Hij tikte op het driehoekje en het schokkerige videobeeld begon te spelen. Een kleine watermeloen met een pruik op, werd door een rommelige stellage op zijn plek gehouden onder de skippybal. Een kakofonie van korte rode lichtflitsen, het schokken van witte en groene kunststofleidingen en puffende metalen blokjes. De camera zoomde in op naar beneden vallende plukjes haar. En weer uit naar de jonge mannen (één Aziaat, één Indiër??) die lachend op het laptopscherm stonden te kijken. Verlichte vierkantjes in hun brillenglazen.
Ik stond te kijken naar nog meer disruptie dan waar ik weet van had. Een van de laatste ambachten met echte mensenhanden wordt opgevreten door de robotisering van het kappersvak. ‘Haaaaans!!!’ Zijn vrouw trok haar grens.
‘Ik moet nu echt gaan eten Wim.’ Ik begreep het en verliet een beetje weemoedig zijn salon. Toen ik omkeek stond hij mij na te kijken. ‘Tot de volgende keer, benadrukte ik.’ Hij beantwoordde mijn priemde blik dit keer met zijn opgestoken duim.
’s Avonds kriebelden mijn schouders. Ik voelde een zeurende melancholie in de onderstroom. Ik ben de tuin maar gaan vegen en daar vielen me de namen in voor de robot. Om 22.10 uur mailde ik hem een conceptnaam voor zijn uitvinding: H@ircut. Of K@pp@ir hij mocht kiezen.
Om 22.45 kreeg ik antwoord: G@@f!
Reacties
Een reactie posten