Doorgaan naar hoofdcontent

De Groote Heide

 

 


 

De Groote Heide

Of het goed was als ze even naast me kwamen zitten. 'Tuurlijk!', en ik zette opgewekt mijn racefiets tegen de achterkant van een bank met uitzicht op een ven. 

Een tanige en gebruinde oudere man met groeven in zijn gezicht, gebaarde naar het meisje dat ze tussen ons in kon komen zitten. Haar blik op de witte gymschoenen geplakt. Ik schatte haar elf. Twaalf misschien. Uit een beslagen plastic zak, haalde hij een bruine boterham met gebakken ei. Een knokige hand stootte het meisje zacht aan. Ik zag dat ze lichtblauwe kringen onder haar ogen had. Een druppel gesmolten boter viel op haar jurk.

De grootvader vertelde ‘dat ze helemaal vanuit de camping in Someren tot hier waren gekomen. Met als doel een ijsje eten op de Markt in Valkenswaard. Hè Elske?’ Ik zette mijn zonnebril af en knikte eerbiedig en beleefd. Elske nam intussen een muizenhapje van haar boterham en de sluike haren schommelden een heel klein beetje. Druppel boter in het zand. Ik voelde me ongemakkelijk en dompelde mijn ogen onder in het ven, dat vóór ons op de Groote Heide lag.

‘Op 30 mei viel haar vader van een dak’, zei de man plotseling. ‘Zonnepanelen leggen. Kwam ongelukkig terecht. Gebroken rug. Verlamd in de benen.’ In de verte ruiste de snelweg.

‘Toen hij 31 mei in de sgan lag, zagen ze waarom hij al langer last van zijn rug had. Nieren en longen. Vol met kanker.’ Naast mij beginnen de schouders van het meisje te schokken. De opa van Elske somt de tragische ontwikkelingen op alsof hij verdoofd is. ‘Op 8 juni kreeg hij een hartaanval. En toen was hij dood.’

‘O jeetje, wat verdrietig allemaal’, stamelde ik. De opa van Elske kijkt met heldere en kwartsgroene ogen dwars door me heen. Dan slaat hij de arm om Elske heen en dompelt ook hij zijn ogen onder, in het volgeregende ven op de Groote Heide. ‘Mijn dochter is weduwe op haar vijf en dertigste meneer. Vandaag is ze met Robke naar Toverland. Elkske wilde niet mee naar Toverland. Hè Elske?’

Haar naar beneden getrokken mondhoeken, de ogen in een stolp van tranen en dat vette boterhammetje waar met veel moeite een klein hapje uit genomen was. En ze schudde ‘Nee’.

We zijn een tijdje zo blijven zitten. De snelweg ruiste verder. Opa stak zijn hand uit en Elske legde de boterham er in. De brok in mijn keel kreeg ik niet weggeslikt. Ik ben maar opgestaan, want ook ik wist niet hoe ik de vader weer levend kon maken en de familie weer gewoon gelukkig. Voordat ik mijn fietshandschoenen aantrok gaf ik beiden een hand. Elske gaf een krachteloze, opa een ferme kneep. ‘Heel veel sterkte voor jullie…..’

Terwijl ik weer fietste, voelde ik de straffe hand van opa in mijn rechter handschoen na-ijlen maar het slappe handje van Elske was vreemd genoeg nog heel duidelijk aanwezig. Ik durfde niet alle tranen te laten gaan omdat ook mijn mondhoeken naar beneden krulden, tijdens het snikken. Je weet toch niet wat tegenliggers zouden kunnen denken.
 
  

Reacties

Populaire posts van deze blog

Mooie dagen gewenst!

  Lieve, gave mensen, Kerstmis. Dat feest van vrede op aarde, terwijl je in de Action om het laatste gourmetstel vecht. Of dan Nieuwjaar. Het moment waarop je met goede voornemens in je hoofd naar de schaal oliebollen kijkt en denkt: Morgen Begint Alles. Laten we eerlijk zijn: we zijn allemaal een beetje gek, imperfect en iets te hard aan het zoeken naar dat wat nooit echt te vinden is. Perfect geluk? Het bestaat niet. En als het al bestond, we zouden het wantrouwen. Dus dit jaar wens ik ons geen perfecte kerstdagen of een foutloos 2025. Ik wens ons iets veel beters:   Dat we durven lachen om ons eigen gestuntel. Dat we de knop van onze verlangens een beetje naar links draaien en ons ego kunnen beteugelen. Dat we ons mogen verbazen over hoeveel troost er zit in een schouderklopje, een flauwe grap, of een glas wijn dat nét te vol geschonken is. Want uiteindelijk zijn we allemaal koekenbakkers, die elkaar soms totaal niet begrijpen en desondanks elkaar proberen vast te...

Kapsonihilisme: een poging tot anders denken

Met welk denken durven we de toekomst aan? Met het Kapsonihilisme natuurlijk! Kapsonihilisten (excuseer het neologisme) zijn mensen die zat zijn van de tredmolen waarin hard gelopen wordt zonder werkelijk vooruit te komen: de routine waarin werken voor een hypotheek of huurbaas, het zorgen voor kinderen en ouders en twee keer per jaar op vliegvakantie, de hoofddrijfveren lijken de zijn. Kapsonihilisten willen kappen met de kapsones die statussymbolen neigen te verspreiden en terug naar eenvoud, rust en essentie. Het zal blijken dat dit denken pijnlijke keuzes impliceert.  De onderliggende vragen   Staan wij als denkende wezens nu werkelijk boven de natuurlijke wereld? In hoeverre zal de natuur ons nog laten begaan op de huidige weg, alvorens zij op haar beurt weer boven op ons zal gaan staan? De dunne schil van onze dampkring is inmiddels bezig, om ons van de enige leefbare plaats in de kosmos weg te koken. IJskappen smelten en de zeespiegel stijgt. Biod...

Ballen in de Doos!

  Dit ken jij vast ook wel;  overlijdensberichten en bidprentjes. Ze slingerden vorig jaar wat rond in lades, op een stapeltje tussen belasting- en andere papieren of waren achter de kast gevallen. Op sommige momenten was ik me bewust van mijn wegkijk routine. Meestal niet, want de doden zitten bij voorkeur niet de hele dag op het netvlies. Totdat ik mezelf aan het eind van sommige dagen versomberd terugvond. Ik had toen nog niet helder wat er aan me trok.  Down the Road Totdat ik vorig jaar Evert op TV zag. Met vijf mede Downies en hun twee begeleiders, was hij Down the Road op vakantie in Canada. De puurheid van Evert over zijn verward bedroefde gevoelens aangaande het meisje waar hij verkering mee heeft én de jongens waar hij stapelverliefd op is, mogen er van de begeleiders helemaal zijn. Het verdriet en de frustraties overspoelen Evert soms zo zeer dat hij er bijna in verdrinkt. Totdat Evert opschrijft of tekent wat deze grote gevoelens met hem doen en hij ze...